Gedurende de eerste kilometers in Nederland wordt elk gat – zowel die in een ogenschijnlijk strak wegdek als elk enigzins noemenswaardig dorpje – tijden van te voren aangegeven. Echter als je het gaspedaal net lekker gevonden hebt, verandert dit al snel. Eenmaal over de grens met de zuiderburen betekent een klein bordje "matig wegdek" verschuild achter een rij bomen dat je een stuiter-route te wachten staat waar menig kunstmatige stier nog een puntje aan kan zuigen. In Frankrijk tenslotte wordt je vooral elke tien kilometer verteld dat je de komende tien kilometer op moet passen voor herten.
Gelukkig zijn er altijd nog genoeg gezellige wegrestaurantjes waar je even de benen kan strekken. Maar daar waar je gewend bent elke 2 afslagen 5 McDonalds te vinden, zijn deze in BelgiĆ« plots verdwenen. Zo rond 13h trek je de eerste vette gehaktstaaf uit de muur. Ook in Frankrijk kun je langs de weg weinig culinaire hoogstandjes verwachten - ook hier zijn de escargots tijdelijk vervangen door worsten en patat. De banner in een van de restaurantketens maakt je bovendien pijnlijk duidelijk dat je met Engels echt niet ver gaan komen in dit land. Terwijl het je voudrais deux croissants door je hoofd raast, loop je onder de banner door het restaurant in. "Kids* Menu: €9.95 (* = enfants)"
Als je vrouw haar gehaktstaaf en jij je laatste cash geld hebt weggewerkt, begeef je je richting het toilet. Langs een eindeloze rij voor een pictogrammetje met een rokje loop je naar binnen. In Nederland en BelgiĆ« waren de meeste tankstations’ sanitair vervuld met een smerige combinatie van pislucht en een overdosis goedkope WC-eend. Mikkend in een gaatje in de Franse grond, denk je toch dat veel vrouwen in die lange rij met weemoed aan die pislucht terug zullen denken op het moment dat ze zelf, gehurkt met de WC-rol in de hand, boven dat kleine gaatje in de grond staan.
Het waren weer fijne zwarte zaterdagen op de tolwegen. Tot volgend jaar...